Vergeten vluchtelingen: vrij, maar toch opgesloten

7 december 2016 - Thema: , , | Herbert van Daalen

“Centrum Belgrado.  November 2016. De neonreclame komt van alle kanten op je af. We rijden een stukje om, omdat het verkeer vastloopt richting centrum. Mondjesmaat passeren de Peugeots, de Audi’s, de Volkswagens, de Fords de verkeerslichten. Belgrado de wereldhoofdstad. Lonkende etalages, helder verlichte winkels, gezellig ogende restaurants. Drommen mensen op straat. Dan: een klein stadsparkje, waar om de randen van het gazon een metershoog oranje net is gespannen. Overal ontwaar je deze netten. Ze doen afbreuk aan het hectische, maar toch vredige stadsgezicht. Ze moeten de vele illegale vluchtelingen weren.”

Bestuurslid Albert Heldoorn bezocht in november 2016 de vergeten vluchtelingen in Servië. Zo’n 2.500 mensen zitten vast. Ze kunnen geen kant op. De grens naar West-Europa is dicht en ook de weg terug is afgesloten. Ze verblijven illegaal in het land. Opvang is er niet. Hulp wordt gegeven via enkele buitenlandse hulporganisaties, waaronder stichting HOE. Via evangelist Aleksandar Subotin krijgen de vluchtelingen wat eten en drinken. En tegen de winterkou krijgen ze kleding en dekens.

Albert Heldoorn: “We parkeren op een parkeerdek, waar we meteen geconfronteerd worden met de narigheid van vluchtelingen. Ze liggen op een stuk karton onder dekens, de schoenen netjes aan het voeteneind. Nu begrijp je waarom de oranje netten zijn gespannen: om de vluchtelingen te weren. Elk stukje gras is immers een kampeerplek. We spreken met mannen in de leeftijd van 17 tot 30 jaar. Ze slapen bij een buitentemperatuur van plus 5 graden onder het parkeerdek op een stuk karton op het asfalt onder een deken. Overal zie je ze liggen. De mannen zijn vriendelijk en gelaten en vragen om brood. Anderen wijzen op hun schoenen. Een aantal loopt op crocs, open plastic tuinschoenen.

Verderop heeft zich een lange rij mannen gevormd, ze staan keurig netjes te wachten. Niemand weet waarop. Er is kennelijk een gerucht rondgegaan, dat er iets zal worden uitgedeeld. De dag ervoor vormde zich een rij van wel duizend vluchtelingen in de straten van Belgrado, omdat het uitdeelcentrum maaltijden verstrekte. Er was voor 400 man voedsel. Maar de hele buurt was wel in beweging en uit balans. Naar aanleiding van de klachten sloot de politie het uitdeelcentrum. De voedseldistributie bleef voorlopig op last van de politie gesloten.

We lopen de stad in naar een gebouw, waarin dagelijks de vluchtelingen komen voor een warme maaltijd, een gesprekje, om te internetten. Voor de kinderen is er een knutselhoek. De lange weg van huis naar Belgrado hebben ze uitgebeeld in mooie tekeningen en andere werkjes. Er is ook een vrouwenhoek in het gebouw. Zlatan is een jonge betaalde vrijwilliger van een jaar of twintig, die het gebouw coördineert. Hij vertelt dat hij betaald wordt door een Duitse liefdadigheidsstichting en dat hij dagelijks te maken heeft met tussen de 400 en 1.000 vluchtelingen uit Syrië, Eritrea, Soedan,  Iran en Afghanistan.

Ook in dit gesprek komt weer naar boven, dat de toekomst voor de meeste vluchtelingen zo triest is: er is geen toekomst voor hen weggelegd in Europa, behalve wellicht voor de Syriërs. De regering van Servië bekommert zich weinig met de vluchtelingen. Zij zijn aangewezen op buitenlandse steun en een paar vrijwilligers die zich in Servië om hen bekommeren.

De volgende plek benaderen wij omzichtig in het centrum van Belgrado, omdat de politie hier regelmatig charges uitvoert. Camera’s moeten weg als we het oude pakhuis van een station benaderen, dat in vervallen toestand verkeert. Het ruikt er rokerig, als we het stikdonkere gebouw binnen gaan. Overal flakkeren vlammen in de vuurtjes op en tussen de slapende mensen op de betonnen vloer zijn anderen in een koekenpan een kostje aan het koken. We worden uitgenodigd door een jonge Afghaan om mee te eten, maar slaan het vriendelijk af. Ook hier heerst tyfus en zijn de mensen in slechte gezondheid. Wat moet dit worden als de winter echt uitbreekt?

De vluchtelingen kunnen geen kant uit: voor hen zijn alle wegen afgesloten. Niet naar het noorden, niet naar het zuiden. Hekken, douane, politie, Serviërs, Bosniërs, grenzen, alles houdt hen tegen. Het is verboden ze eten te geven. Ook het opzoeken en met hen praten, wordt niet toegestaan. Enkele duizenden vluchtelingen of migranten zitten hier in Belgrado opgesloten. Wie zich uiteindelijk wil laten registeren krijgt de boodschap: ‘Kom morgen maar terug’. Na enkele keren proberen laten ze dat ook maar. De mannen om het vuurtje komen uit Afghanistan. Nee, ze kunnen niet terug. Ze zullen zeker door de Taliban gedood worden.

Slapen op karton en beton, onder een viaduct of in een park, leven van eten dat mondjesmaat wordt uitgedeeld. De uitzichtloosheid van deze honderden mannen en mogelijk duizenden is schrijnend. Je staat machteloos. Om in zo’n situatie hulpverlener te zijn is ook niet gemakkelijk. Een van hen zegt: “als je deze opdracht van God hebt gekregen, kun je niet anders. Maar dan zie je ook de zonnestraaltjes die door de donkere wolken van al dat leed heen breken.” God zorgt voor bijzondere ontmoetingen. We hebben al vaak de vraag gehad: ‘Wat moet ik doen om Jezus te leren kennen?’”


--- Ontdek meer over onze huidige campagne ---

Meer informatie over onze huidige campagne

22 juli 2024

Jaarverslag 2023 online gepubliceerd Het jaarverslag en de jaarrekening van 2023 zijn online gepubliceerd, u kunt deze hier lezen. In de jaarverslagen van stichting HOE kunt u de informatie vinden over de resultaten van dat jaar: Wat hebben we... Lees meer

8 juli 2024

Geef jij hoop en steun? Samen bouwen we verder! In Oekraïne, Moldavië, Roemenië en Servië leven veel vrouwen, vooral in Roma-gemeenschappen, in moeilijke omstandigheden. Armoede, cultuur, de huidige oorlog en de enorm toegenomen inflatie hebben grote impact op hun... Lees meer