23 januari 2017 - Thema: Diaconaat, Vluchtelingenhulp, Winterhulp | Herbert van Daalen

Tussen september 2015 en februari 2016 zijn er meer dan 700.000 vluchtelingen door Servië heen getrokken naar het noordwesten van Europa. Ze werden in Servië gestationeerd in een doorgangskamp, ingeladen in bussen en vervolgens vervoerd naar de grens van buurlanden.

Totdat in februari 2016 alle grenzen dicht gingen. Sindsdien zijn duizenden vluchtelingen uit met name Syrië, Pakistan en Afghanistan in Servië als het ware gestrand. Zij willen verder trekken, maar worden bij de grens tegengehouden. Het gaat om 2.000 migranten in de hoofdstad Belgrado en een kleine 3.000, die in opvangcentra zitten verspreid over het land. In Servië is er een kleine groep migranten, die zich heeft laten registreren. Naar schatting weigeren meer dan 4.500 migranten zich te laten registreren. Zij zijn dus illegaal in Servië.

In de hoofdstad Belgrado is te zien hoe ze gedoogd worden: Voor hen is geen slaapplek geregeld en sanitaire voorzieningen zijn er voor hen vrijwel niet. Voor eten en drinken zijn de migranten aangewezen op de hulp van charitatieve instellingen uit het buitenland. Het Rode Kruis speelt ook een grote rol in het bijstaan van de vluchtelingen. Via plaatselijke contacten geeft stichting HOE voedselpakketjes. Alleen de middelen voor de aankoop van deze pakketten drogen op.