12 mei 2015 - Thema: Diaconaat, Winterhulp | Herbert van Daalen

Stichting Hulp Oost-Europa verleende winterhulp via het diaconaal centrum van de organisatie Christian Endevour in Oradea. We kregen een bedankbrief: “First of all we would like to thank to you for your generous help. In the winter time is always really hard to pay bill, to pay the medication and to have always food on the table of the poor families. The winter help is a great opportunity to help the poor families with a basic food parcel, bread, electricity, heating costs and last, but not least with medication.

The last four months we share the money what we have got from you the best of our knowledge. We share two times food parcel with basic food. In February they have got: flower, rise, butter, leverpasta, macaroni, sugar, oil. In March the families have got: rise, oil, leverpasta, macaroni, sugar, spagetti. We also share breads amoung the poor families for three monthes. We take to the poor families every week some breads. We paid heating costs, health insurance and medication for eight families. We also give food for 2,5 monthes for one student who lost her mother.

In the Afterschool project we support 3 monthes 25 poor children with a warm food. We bought from the money what you transferred to us some basic food and we cocked for them. In the Easther Evangelization we gave for 150 persone one warm meal, cake and a small Easter sweet pachet. From this amount what you sent to us we could support 690 persons. We had more target groups: children, youth, poor families and old people as well.”

We ontvingen ook een beschrijving van een van de geholpen gezinnen:

“De familie woont in Saldobagiu de Munte. Ze leven in een klein, onbewoonbaar huis. De situatie is levensbedreigend. Er zijn twee kamers en een kleine entree. Ze wonen er met negen personen: grootouders, oom, vader en zijn partner en vier kinderen in de leeftijd van 12, 11, 10 en 7 jaar. De grootouders zorgen voor hun kleinkinderen. De moeder is weggegaan met een andere man en liet haar kinderen achter.

Er staat heel weinig in de kamers. Er is een slecht functioneren gasfornuis, een oude koelkast en een oude wasmachine. Ze hebben geen badkamer. De toilet is buiten. De meubels zijn in zeer slechte staat. In de tuin is een put waar ze water putten. Ze verwarmen het huis door het stoken van hout. Ze hebben dieren en ze kweken zelf groenten in de tuin.

De familie heeft geen vast inkomen. De vader heeft in de zomermaanden tijdelijk werk. Hij wil wel werken maar er zijn geen mogelijkheden. De kinderen staan op naam van de moeder, maar ze kijkt niet naar ze om. Hoogstwaarschijnlijk worden ze binnenkort opgevangen in een kindertehuis.”