Partners delen gaven

‘Partnerschap’, een boeiend thema dat werd besproken tijdens de bezinningsbijeenkomst van 1 oktober jl. Heel waardevol om er met betrokken vrijwilligers van HOE over te spreken. Een thema dat ons allemaal raakt en verbindt. Het woord ‘betrouwbaarheid’ bleef bij mij haken. Elkaar vertrouwen en onze relaties leggen in de handen van God, onze trouwe Vader.  Kunnen we van de apostel Paulus ook nog iets leren over partnerschap in relatie tot het delen van onze gaven? Ik ga een poging wagen.

In Romeinen 15 vers 25-33 geeft de apostel Paulus ons een mooi voorbeeld. Hoe het delen van de gaven vorm krijgt in de partnerrelatie tussen christenen (heiligen genoemd) in de gemeenten van Macedonië en Achaje (het huidige Griekenland) en christenen in de (moeder)gemeente van Jeruzalem. Wat gebeurt hier? De gelovigen van de kleine gemeenten van Macedonië en Achaje hebben geld ingezameld voor de armen in Jeruzalem. En dat is meer dan een humanitaire daad. Het gaat om gemeenschap (‘koinonia’) hebben met broeders en zusters elders in de wereld. En wat is ‘gemeenschap’ in dit verband? Betrokkenheid, meeleven, meedelen en meebidden. Geven is hier geen eenrichtingsverkeer en ook geen afhankelijkheidsrelatie (ik leg dit hieronder uit). Er is sprake van wederkerigheid. Het geheim van een goede partnerrelatie!

Wat motiveerde de christenen om hun materiële gaven te delen? Zo rijk waren ze nu ook weer niet! Ze waren echter wel rijk in Christus. Vanuit Jeruzalem was het Evangelie, als een geweldige gift, ‘terechtgekomen’ in Griekenland. De ongelovigen leerden Christus kennen, als een gave van onschatbare waarde. Met andere woorden: de gelovigen uit de heidenen kregen deel aan de geestelijke rijkdommen van Israël. De ontvangst van deze gave schept verplichtingen, namelijk in wederkerigheid delen van wat je ‘meer’ hebt dan de ander. Dat is niet zozeer een duit in het zakje, maar veel meer dan dat. Het is ten diepste een dienst aan God (dienen is hier liturgie).

We trekken de lijn door naar onze eredienst vandaag. Stel: aanstaande zondagmorgen is de eerste collecte voor een project van Stichting Hulp Oost-Europa (bijv. voor ‘Geef ons heden dagelijks brood’). De gemeente geeft dan haar gaven -in de dienst van het antwoord- aan dat specifieke project. Na de verkondiging, als dank voor het Woord van God, geeft de gemeente gaven voor de ander. De collecte voor het werk van HOE is dus onderdeel van de liturgie. Vandaar dat de eerste collecte altijd voor de ander is. Ontvangen en geven horen bij elkaar. Het is Woord én daad (‘dabar’). Ten diepste geven we onze gaven aan de Gever van het Woord, de Here God. Jezus zegt in Mattheüs 25 vers 40: “Ik zeg u, in zoverre gij dit aan één van deze mijn minste broeders hebt gedaan, hebt gij het Mij gedaan.”

Komen de gaven wel goed terecht, in de juiste handen? Het is een belangrijke vraag voor de apostel Paulus (Rom. 15:30,31). Geven van gaven vraagt immers zorgvuldigheid, betrouwbaarheid én verantwoording. En vooral gebed. Daar vraagt Paulus om. Of de gaven goed terecht mogen komen. Paulus ervaart weerstand van ongelovige joden en gelovige joden. Weerstand kan er in onze partnerrelaties ook zijn. Jaloezie bijvoorbeeld: waarom de ene gemeente wel hulp en de andere niet? Hoe subjectief kan het zijn! Het kan schuren. Daarom het gebed -de voorbeden in de eredienst en ons persoonlijk gebed- of de gaven op het juiste adres komen. Bij onze partner die het op dat moment het meest nodig heeft. Christelijke handreiking is geven en ontvangen, naar wat wij partners -daar en hier- van de Here ontvangen hebben.

Delen van dit artikel mag. Graag zelfs. Bijvoorbeeld met de diakenen van jouw gemeente!

Aart Peters, CGO