[ssba]

Veelgestelde vragen

Zijn mijn giften aftrekbaar van de belasting?

De Belastingdienst heeft stichting Hulp Oost-Europa als ANBI erkent.Daardoor hoeft de stichting geen successie- of schenkingsrecht te betalen over erfenissen en schenkingen. U heeft als donateur ook een groot voordeel. U kunt de gifen van de inkomsten- of vennotschapsbelasting aftrekken, uiteraard binnen de daarvoor geldende regels.

Meer weten? www.belastingdienst.nl.

Zijn jullie een algemeen nut beogende instelling (ANBI)?

Jazeker, stichting Hulp Oost-Europa heeft een ANBI-status. Het fiscaal nummer is: 0064.47.909.

Zenden jullie ook mensen uit?

Stichting HOE (Hulp Oost-Europa) zendt geen mensen uit. We werken uitsluitend via Oost-Europese personen en organisaties. We organiseren wel werkvakanties naar Oost-Europa. kijk op www.hoeliday.nl.

Organiseren jullie ook diaconale jongerenreizen?

Ja, we verwijzen je graag naar www.hoeliday.nl, de website waar al onze diaconale jongerenreizen worden gepresenteerd. Vertegenwoordig je een jeugdvereniging of een andere jongerengroep? Neem contact op met Neelke de Fijter en we zoeken naar een passend project.

Ontvang ik automatisch een bedankbrief na een gift?

We sturen in principe alleen bedankbrieven naar organisaties, kerkelijke gemeenten en ondernemingen omdat bleek dat over het algemeen zo’n brief op prijs wordt gesteld.

Naar aanleiding van giften van personen sturen we niet automatisch een bedankbrief, tenzij daar om wordt gevraagd. De reden is om zo de kosten in de hand te houden. We vragen om uw begrip hiervoor.

Als u toch een bedankbrief of een jaaroverzicht van uw giften wilt ontvangen, kunt u dat telefonisch of per email (info@hulpoosteuropa.nl) doorgeven.

Kan ik bij jullie ook Hongaars- en Roemeenstalige Bijbels/geestelijke lectuur bestellen?

We hebben geen materiaal beschikbaar. We laten bijbels en geestelijke lectuur in de landen zelf drukken en uitgeven. Daarom adviseren we u het materiaal in de landen zelf aan te schaffen. De prijzen vallen in de meeste gevallen ook lager uit. Hier volgen de adressen:

Nederland

Evangelisatielectuur Anderstaligen Service
Postbus 369
3840 AJ Harderwijk
Tel.: 0341-417172
website: www.eas-lectuur.nl
e-mail: info@eas-lectuur.nl

Gereformeerde Bijbelstichting
Nijverheidstraat 21
4143 HN Leerdam
Tel.: 0345-610155
website: https://www.gbs.nl
e-mail: info@gbs.nl

ZakBijbelBond – Gospel for Guests
Postbus 141
6860 AC Oosterbeek
Tel: 026-3338048
website: www.zakbijbelbond.nl
e-mail: info@zakbijbelbond.nl

Hongarije

Harmat Publishing Foundation
Bucharest utca 3
1114 Budapest
Hongarije
Tel.: 0036-14669896
website: http://www.harmat.hu
e-mail: harmat@harmat.hu

Paraklétos
Wesselényi u. 7
6100 Kiskunfélegyháza
Hongarije
Tel.: 0036-76463106
website: http://parakletos.hu
e-mail: parakletos@parakletos.hu

Vasárnapi Iskolai Szövetség
(Hongaarse zondagsscholenbond)
Nyirfa utca 1, Pf. 63
2119 Pécel
Hongarije
tel:
website: http://www.visz.org
e-mail: betpecel@visz.org

Roemenië

Koinónia Publisher
Óp 1. C.P. 429
3400 Cluj
Roemenië
Tel.: 0040-64187044
website: http://www.koinonia.ro
e-mail: office@koinonia.ro

Jullie werken samen met de CE-beweging in Roemenië. Wat houdt die beweging in?

Christian Endeavour is een jeugdbeweging die is ontstaan aan het einde van de 19e eeuw in de Verenigde Staten. De jonge predikant van de Williston Congregational Church, Dr. Francis E. Clark in Portland (Maine) begon dit werk in 1881, uit zorg over de toekomst van de jeugd van zijn gemeente. Hij richtte een vereniging op waaraan de jongeren zich niet-vrijblijvend verbonden. Zo ontstond onder het motto “For Christ and His Church” ( voor Christus en Zijn Kerk) een jeugdbond van “christelijke streven” (Christian Endeavour, CE). Het werk van deze jeugdgroep was gericht op bijbelstudie en wekelijkse bidstond, waaraan de leden zich committeerden.

Vanaf het begin kwamen deze jongeren in gemengde groepen van jongens en meisjes samen. Wat ooit op 2 februari 1881 begon met ongeveer 50 jonge mensen, werd baanbrekend voor Bijbels-georiënteerde kerkelijke gemeenschappen over de hele wereld. Via diverse publicaties werd het CE-werk in de kortste tijd onder de aandacht gebracht en kende het een snelle verspreiding. In 1894 telde de beweging al 56.000 plaatselijke afdelingen in 20 landen met bijna 4 miljoen leden. In 1895 werd het Wereldverbond opgericht, de World’s Christian Endeavour Union, met als formele zetel Boston, Massachusetts.

Christian Endeavour Roemenië staat bekend als een beweging met een evangelisch-piëtistisch karakter. Er wordt in de eerste plaats van de leden verwacht een beslist leven van bekering voor de Heiland, Jezus Christus. Maar daarnaast moeten zij ook het geloof in praktijk brengen. Het is niet genoeg slechts theoretisch gelovige te zijn. Er is een dagelijks bijbel- en gebedsuur nodig om persoonlijk en in het gezin door Gods genade een nieuw leven te leiden. In de derde plaats verplichten zij die tot CE gerekend worden zich tot het aanvaarden van alle christenen die geloven in Jezus Christus als hun persoonlijke Verlosser en die niet de dogma’s in het middelpunt stellen. Als vierde principe geldt, dat een CE-lid behoort te blijven in de gemeente waarin hij leeft.

De Roemeense christenen en voorgangers uit de Hongaarse Hervormde Kerk hebben zich pas aangesloten bij de CE na de val van het communisme. In het begin van de twintigste eeuw gaven rationalisme en liberalisme de toon aan in de Hongaarse Gereformeerde Kerk. Volgens de inmiddels overleden predikant Ferenc Visky stond de Bijbel niet meer in het middelpunt. Diverse theologen en predikanten kwamen daar tegenop. Onder anderen de hoogleraren dr. Szabó Aladar uit Boedapest en dr. Kecskemeti Istvan uit Cluj. Zij legden ook de grondslag voor een stuk charitatief werk, bij voorbeeld voor weeskinderen, weduwen, jonge vrouwen, alles in kerkelijk verband.

In 1903 ontstond de zogenaamde Bethaniëkring. Doel was het bedrijven van zending onder hen die nog een formele band met de kerk hadden, maar er eigenlijk niets meer aan deden. De betrouwbaarheid van de inspiratie van de Bijbel was de basis van hun belijden. In veel steden en dorpen waren bijbelkringen en gebedskringen van de Bethanië-groep. Tot het aantreden van de communistische regering in 1948 functioneerde de Bethanië-groep legaal. Ook in de jaren 40 was er volgens Hongaarse gereformeerden sprake van een opwekking. Maar het communisme verbood alle bewegingen, zonder onderscheid. Ook YMCA en die van de bethanisten.

Na 1948 gingen de bethanisten illegaal, ondergronds verder. Tegen predikanten en ouderlingen werden processen op gang gebracht. In Hongarije werden slechts weinigen veroordeeld tot de gevangenis. In de Balkan was dat erger. De activiteiten moesten beperkt blijven tot binnen de kerkmuren. De kerk moest sympathiseren met de staat. Er was sprake van een verbod op huisgodsdienst en van veel verhoren door geheime politie. Van de 21 predikanten en priesters die in Roemenië in 1958 plotseling werden gearresteerd -ds. Visky was een van hen- behoorden de meeste predikanten tot de Bethanië-beweging. Zij kwamen vrij in 1964, onder druk van de Verenigde Staten. Daarna gingen zij zo goed en zo kwaad als dat ging illegaal verder met hun werk.

De voormalige bethanisten hebben zich na de val van het communisme in ’89 aangesloten bij de CE.

Jullie ondersteunen het kindertehuis ‘De Barmhartige Samaritaan’ in Oekraïne. Hoe lang blijven de meisjes in het kindertehuis?

In feite is deze vraag niet te beantwoorden, omdat er geen absolute leeftijd voor staat. Als we naar de staatsweeshuizen kijken -en die zijn er vele in Oekraïne, o.a. vanwege het grote aantal vondelingen- dan zien we dat een jongere daar blijft tot zijn/haar 18e jaar, en dan moet-ie het zelf maar uitzoeken. Mogelijk wordt hij/zij geholpen met onderdak vinden, maar in principe moeten de jongeren dit zelf doen. Ze hebben geen enkele achtergrond, alleen het weeshuis waaruit ze komen, dat in feite hun ‘thuis’ was. Maar daar kunnen ze niet meer terecht. Het is bekend dat het aantal jongeren dat in de prostitutie terecht komt of dat een eind aan zijn/haar leven maakt erg groot is onder hen.

Gelukkig is dat in “De Barmhartige Samaritaan” niet het geval; meisjes kunnen hier blijven totdat zij hun bestemming gevonden hebben. Maar dat laatste valt nog niet mee. De opleidingen liggen in Oekraïne bepaald niet voor het oprapen. Daar komt nog bij dat veel meisjes geen officiële papieren hebben, vaak zelfs geen geboortebewijs. In feite ‘bestaan’ ze dan zelfs niet. Ze kunnen wel een opleiding volgen, maar een officieel diploma krijgen ze niet. Dat lokt de meisjes natuurlijk niet aan om überhaupt aan een opleiding te beginnen. Dicht in de buurt is er niets, ze moeten altijd naar een verderweg gelegen stad, en met openbaar vervoer valt dat niet mee. Dat is in Oekraïne bepaald niet zo goed geregeld als bij ons, en zelfs hiér zijn er nog allerlei klachten over….

Overigens wordt er door de directeur heel hard aan gewerkt om – te beginnen bij de oudere meisjes – de geboortebewijzen boven tafel te krijgen; ze hebben dit nodig om een identiteitsbewijs te verkrijgen, en dít is dan weer belangrijk voor diverse zaken, met name ook een officieel diploma. Voor verschillende meisjes is dit nu gelukt, maar er zit verschrikkelijk veel aan vast.

Nu het personeelsbestand is ingekrompen werken de meisjes wat meer mee in het kindertehuis, in de keuken, de bakkerij, bij de was, het schoonmaken. Sommigen hebben er een officiële taak in, als ze niet aan een opleiding kunnen of willen deelnemen. Op zich is dat geen probleem, de meesten hebben het goed naar hun zin, maar het is niet de manier om hun blik te verruimen.

Aan de andere kant: als de meisjes een baan zouden hebben verder uit de buurt, dan moeten ze wèl een goed woonadres hebben. Je kunt zo’n meisje niet ergens ‘op kamers’ laten gaan, zoals hier te doen gebruikelijk is. Dat is echt niet erg vertrouwd, en de leiding is wel verantwoordelijk voor hen.

\Wel is het zo dat er de laatste jaren verschillende meisjes getrouwd zijn, waardoor ze het kindertehuis verlaten en op eigen benen staan. Ook dan wordt er nog veel contact met hen onderhouden. Maar de meisjes die niét trouwen blijven zodoende in het tehuis, waar ze het overigens best naar hun zin hebben.

Momenteel is er een dependance in aanbouw – met veel vijven en zessen is het zo ver gekomen, het heeft enkele jaren geduurd voordat het zo ver was nadat de plannen gelanceerd waren, waarbij uiteraard de financiën een belangrijke rol speelden – en in deze dependance zullen, voor zover ik heb begrepen, beneden de oudere lichamelijk gehandicapte meisjes verblijven, omdat het voor hen helemáál onmogelijk is ergens in Oekraïne een goede plaats te vinden. Tehuizen voor dergelijke (jonge) mensen zijn er beslist niet, maar ze kunnen ook niet tot op hoge leeftijd in het kindertehuis blijven.

Op de verdieping wordt dan plaats ingeruimd voor oudere meisjes, om hen zodoende wat zelfstandigheid te leren, maar toch nog een beetje toezicht op hen te kunnen houden. Dit is een goede zaak; ze kunnen dan in het sponsorprogramma blijven, of we proberen voor hen nieuwe sponsors te krijgen, als de ‘oude’ sponsors liever een jonger kind sponsoren, en wie weet is er dan later een mogelijkheid dat ze ergens een zelfstandig leven opbouwen buiten het tehuis. Maar ze kunnen niet zomaar losgelaten worden in de grote Oekraïense wereld, dat zou onverantwoordelijk zijn.

Weekendbaantjes, zoals jongeren hier in Nederland hebben, zijn er in Oekraïne niet: de werkeloosheid is zo groot dat er echt niet zomaar een zakcentje te verdienen is. Als er gewerkt wordt, dan is het in of bij het eigen kindertehuis, dat juist in de standplaats Nagydobrony één van de grootste mogelijkheden tot werkgelegenheid is.

We hopen dat er voor alle meisjes een goede bestemming mag komen. Het probleem in het kindertehuis van de laatste jaren is ook, dat er zoveel meisjes tegelijk de tienerleeftijd bereikt hebben; immers, 17 jaar geleden, toen het kindertehuis van start ging, zijn er heel veel peutertjes en kleutertjes uit een staatsweeshuis in het kindertehuis gekomen. Zij hebben geen enkele achtergrond, zijn dus al die tijd gebleven en zijn nu allemaal tegelijk zo rond de 19, 20 jaar, sommige meisjes zelfs ouder, en waar moeten ze heen?

We zijn dankbaar dat ze in een tehuis wonen waar ze er mogen zijn, waar ze niet op schopstoel zitten en in feite weggekeken worden. Ze hebben het allemaal naar hun zin, al zullen ze best wel eens een slechte bui hebben. En ze hebben duidelijk inbreng in wat ze willen worden, al is dat niet altijd te realiseren. Maar met name de directeur doet z’n uiterste best om alle meisjes zo goed mogelijk tot ontplooiïng te laten komen.

En ten slotte: het is een christelijk tehuis, de meisjes weten dat er een God is die ook hún leven leidt, en sommigen putten daar veel steun uit.  We hopen en bidden dat het tehuis nog tot in lengte van jaren mag blijven bestaan en een veilige haven bieden aan deze meisjes en meiden.

Is stichting HOE (Hulp Oost-Europa) een erkend doel bij het CBF?

Stichting Hulp Oost-Europa is sinds 6 september 2004 houder van het CBF-keur. Sinds 2016 bestaat het keurmerk niet meer. HOE is een erkend doel. Dit betekent dat onze stichting voldoet aan strenge toetsingen op het gebied van bestuur, beleid, fondsenwerving, besteding en verslaggeving. Het Centraal Bureau Fondsenwerving (CBF) is een onafhankelijke stichting die al sinds 1925 toezicht houdt op het inzamelen van geld voor goede doelen. De taak van het CBF is het bevorderen van een verantwoorde fondsenwerving en besteding door middel van het beoordelen van de fondsenwervende organisaties en het verstrekken van informatie en advies aan overheidsinstanties en publiek.

Ik wil onze zustergemeente in Oost-Europa de kinderbijbelverhaal met tekeningen van Kees de Kort geven. Hoe kom ik aan deze boekjes?

De boekjes worden uitgegeven en gedrukt bij uitgeverij Parakletos in Kiskunfélegyháza, 116 kilometer onder Budapest. Je kunt contact opnemen via de email met Judit Damasdi. Je kunt haar mailen via parakletos@parakletos.hu. De boekjes worden daar gedrukt en verspreid. Kerkelijke gemeenten in het Hongaarstalige gebied kunnen een aanvraag doen voor gratis exemplaren. Het is daarom handig om de aanvraag via de contacten in Oost-Europa te laten lopen. Stichting Hulp Oost-Europa heeft geen exemplaren op voorraad.